Op weg naar én in het zuiden.
26 januari 2016 - Glentunnel, Nieuw-Zeeland
Het wordt tijd om naar het Zuidereiland te gaan. De afstanden zijn daar nog groter dus zullen we dagen nodig hebben om helemaal onderin te kunnen komen. Van Napier naar Lower Hutt, vlakbij Wellington. Daar bezoeken we het Te Papa museum. Een prachtig vormgegeven gebouw, zowel van buiten als van binnen. Er zijn verschillende tentoonstellingen die of cultuur, de sociale historie of natuur laten zien. Er is erg veel aandacht voor de Maories en hun geschiedenis. We komen er achter dat vanuit de Polynesische eilanden veel mensen naar Nieuw-Zeeland zijn gekomen. Ook nog in de 80- jaren van de vorige eeuw. Hun leven is niet makkelijk hier; velen trekken naar de stad om werk te zoeken. De volgende dag nemen we de boot naar Picton. Het is mooi weer waardoor we de geweldige fjorden goed kunnen zien. Onderweg naar het Abel Tasman park hebben we de grote Groenlipmosselen geproefd. Ongelooflijk groot zijn die! Natuurlijk hebben we de boot genomen die ons afzette op een strand vanwaaruit we een 4 uur durende prachtige wandeling hebben gemaakt. Niet altijd even makkelijk; het is erg warm en we moeten best wat klimmen. Tussendoor kunnen we een duik nemen, even zonnen op een afgelegen strandje en genieten van het uitzicht. Bij laag tij trekt het water zich zover terug dat je zelfs over het zand kunt teruglopen. Ook de volgende dag heerlijk weer en een lange wandeling door het subtropische bos gemaakt. Een zangvogel begeleidde ons op de reis. De naam zoeken we nog op. In de bossen valt op dat ze veel werk maken van de bestrijding van de ratten, de possoms en de wespen. Waarom de wespen, vragen wij ons af? Helaas moeten we verder: een lange reis naar Reefton; beetje suf plaatsje maar met een geschiedenis op het gebied van electriciteit dmv vallend water. Van de dorpjes moet je het niet hebben in Nieuw-Zeeland: ze lijken een beetje op Liessel: lintbebouwing met een bieb, enkele kerken ( van allerlei gezindten) en een supermarkt. Veel vis,-en chipszaakjes en soms een hotel en of camping. De huizen zien er anders uit maar zijn wel allemaal van hetzelfde type. Onze camping lijkt een voetbalterrein met gigantische coniferen (Tuja-coniferen), soms wel 20-25 meter hoog. Maar ook Sandfly's: kleine, zwarte (?) muggen/vliegen die verschrikkelijk jeukende bulten veroorzaken. Hennie heeft er bijna een trauma van opgelopen. Van Reefton naar Glentunnel in de buurt van Darfield. Daar komt Agnes, de moeder van Rik vandaan. Het is begonnen met regenen. Via de Arthurs Pass rijden we nog redelijk droog en warm. Je ziet hier veel subtropische bebossing en de Kea komt hier voor. Een vogel die het rubber uit je auto trekt, dus niet voeren! Als we door de pass zijn gereden verandert het landschap totaal: kale bergen in allerlei grijs,- en groentinten. Veel water, dat verspreid over kleine rivieren de rotsen doorklieft. Daarna komen we in de mist. Wanneer we een wandeling naar een waterval maken zijn we doornat. De tocht gaat via smalle bergpaadjes recht omhoog langs grote, angstaanjagende rotspartijen. Veel overblijfselen van de laatste ijstijd met een enkele supergrote kei die van een vulkaanuitbarsting over is gebleven. ( iets voor de Kei met carnaval in Liessel?) De mist houdt het uitzicht tegen maar deze wandeling is zeker een aanrader. Morgen richting Mount Cook.
we zien dat jullie lekker eten en heel veel zien
wat een mooie verhalen
wij zijn nog aan het navieren elke dag bezoek
en midden tussen de bloemen wat gaat de tijd snel
heel veel lieve groetjes Narda Theo
gr Harrie /Thea